Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [27]Weer het aangezicht Uws [28]Gezalfden niet af, [29]om Davids, Uws knechts wil. 27. Dat is, sla hem zijne bede niet af; of weiger hem zijne bede niet. Zie de aantekening bij 1 Kon.2:16,17,20. Of, weiger hem uw gunstige aanspraak en hulp niet. 28. Door den gezefde verstaat de profeet hier zichzelven. 29. Hij wil zeggen: Ten aanzien der beloften, die Gij mij gedaan hebt. Of, versta hier Christus, door David, waar David een voorbeeld van geweest is. Alzo ook hfdst.18 vs.51; Jer.30:9; Ezech.34:23, en Ezech.37:24; Hos.3:5. En dan is de zin, om Jezus Christus' wil, die een knecht Gods genoemd wordt, ten aanzien der knechtelijke gedaante, die Hij aannemen zou.